RB prinsjesdagspecial 2013 – Versterking toezichtinstrumentarium toeslagen

Versterking toezichtinstrumentarium toeslagen

  1. Verlenging beslistermijn vanwege extra controle bij verhoogd frauderisico
    Om extra controle van toeslagaanvragen met een verhoogd frauderisico mogelijk te maken voordat een voorschot wordt verleend, wordt de wettelijke beslistermijn verlengd van 8 tot 13 weken na indiening van de aanvraag en eventueel met maximaal nog eens 13 weken. Van deze verlenging van de beslistermijn wordt de aanvrager schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.
  2. Geen voorschot bij onvoldoende gegevens over de aanvrager
    Een aanvraag die wordt ingediend door een persoon over wie onvoldoende informatie beschikbaar is bij de Belastingdienst/Toeslagen of bij de inspecteur van de Belastingdienst, leidt in beginsel niet meer tot de verlening van een voorschot op de toeslag. Pas na validatie van de aanvraag aan de hand van naderhand bekend geworden informatie kan na afloop van het toeslagjaar, bij de definitieve toekenning, uitbetaling van de toeslag volgen, mits wordt vastgesteld dat een recht op de toeslag bestaat.
  3. Opschorting van uitbetaling bij twijfel over adres
    De belastingplichtige krijgt de mogelijkheid om te verzoeken een voorlopige aanslag (VA) vast te stellen. De inspecteur mag afzien van het opleggen van een VA of deze opleggen tot een ander bedrag als er gerede twijfel bestaat over de juistheid van het adresgegeven van de belastingplichtige. Voor het begrip gerede twijfel is aangesloten bij het begrip zoals dat wordt gehanteerd in de Wet basisregistratie personen. Als er onduidelijkheid bestaat over het adresgegeven krijgt de Belastingdienst de bevoegdheid de aanvraag tot het opleggen van een VA niet in behandeling te nemen, lopende betalingen te stoppen, voorlopige teruggaven en voorschotten op toeslagen te verminderen en definitieve aanslagen die een teruggaaf inhouden en definitieve toekenningen niet uit te betalen.
  4. Voorschot
    Een voorschot blijft voortaan achterwege als de aanvrager in kwestie in de afgelopen vijf jaar een bestuurlijke vergrijpboete op basis van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) of de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) opgelegd heeft
    gekregen die onherroepelijk is geworden, of voor een soortgelijk vergrijp strafrechtelijk veroordeeld is. Deze maatregel treedt pas na 1 januari 2014 in werking. Aanvragen die worden ingediend vanaf 1 april volgend op het berekeningsjaar leiden verder niet meer tot een voorschot. In die gevallen zal de toeslag alleen worden uitbetaald op basis van de definitieve toekenning. Voor de kinderopvangtoeslag gelden andere regels voor het aanvragen van het voorschot met terugwerkende kracht. Vanaf 1 januari 2014 wordt deze mogelijkheid beperkt tot de lopende maand en de drie voorafgaande maanden.

Bron : Fiscaal up to date in opdracht van RB

Geef een reactie